Minister Dijselbloem heeft ooit aangegeven dat het geen "Elektronisch Geld" is. Elektronisch Geld wordt volgens de WFT uitgegeven door Elektronisch Geld Instellingen (EGI) in ruil voor geld.
Zoals DNB zegt:
'Elektronisch geld' is een geldswaarde die is opgeslagen op een elektronische drager of die op afstand is opgeslagen in een centrale rekeningadministratie. Elektronisch geld is bedoeld voor het verrichten van betaaltransacties. Voorbeeld is een elektronische cadeaukaart waar een bedrag op wordt geplaatst en waarmee vervolgens kan worden betaald bij verschillende acceptanten, eventueel ook via internet.
Met Bitcoin is dat inderdaad niet het geval, dus ik ben het met Dijselbloem eens dat het geen Elektronisch Geld is dat wordt uitgegeven door een EGI. Maar de rechter heeft deze uitspraak geinterpreteerd alsof het helemaal geen geld is, en dat is naar mijn idee een foute redenering. De rechter zelf haalt notabene een passage aan waarin het volgende staat:
“Volgens vele anderen wordt immers wat geld is, in laatste instantie bepaald door maatschappelijke opvattingen (…). Aldus worden met name problemen voorkomen ten aanzien van geld dat niet door de Staat is uitgegeven, maar wel als gangbaar op zijn grondgebied wordt getolereerd, en voorts ook ten aanzien van geld, uitgegeven vanwege het ter plaatse uitgeoefende feitelijk gezag, terwijl de bevoegdheid tot deze uitgifte jegens de Staat waartoe het betreffende gebied behoort, ontbreekt of twijfelachtig is.”
(zie: Parlementaire Geschiedenis van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek, Boek 6, p. 459)
"Wat geld is, wordt in laatste instantie bepaald door maatschappelijke opvattingen." Oftewel, bij het opstellen van het burgerlijk wetboek is rekening gehouden dat geld niet door een staat hoeft te worden uitgegeven.